Steeds meer mannen praten over hun kaalheid en hun haartransplantatie. Is dat goed nieuws voor de man?

15 november 2021

Kaal worden is voor veel mannen nog steeds een gruwel. Terwijl de angst voor de kapelaansband langzaamaan steeds bespreekbaarder wordt, raakt ook de haartransplantatie verder ingeburgerd. Maar is dat eigenlijk goed nieuws voor mannen?

Emma Curvers24 maart 2021, 12:44
Het begon in het voetbal. Ruud Geels, de topscorer die al in zijn tijd bij Ajax en Feyenoord een overkammer droeg, werd in 1986 de posterboy van de haarstukjes van Hair Fusion: ‘Zeg net als Ruud Geels: Hairfusion, ’n kopzorg minder.’ Er was een 24-uurs-lijn met een infoband die je kon bellen, waarop Geels zelf de haarstukken aanprees en de haartransplantatie afdeed als ‘moderne kwakzalverij’.

Mid jaren tachtig hadden al enkele honderden Nederlandse mannen zo’n haartransplantatie ondergaan. Dat was nog behoorlijk spannend en vooral: geheim. In het Leidsch Dagblad waarschuwde een chirurg voor charlatans, mannen op zijn spreekuur huilden ‘tranen met tuiten’, met schedels als schoenborstels.

Hans J. Diks weet het nog goed. ‘Mensen dachten dat het niet kon!’ Diks importeerde in de jaren zeventig nog pruiken uit China toen hij las over een techniek in Engeland. Met een Engelse arts begon hij als eerste in Nederland in 1980 een haartransplantatiekliniek. Ja, in de jaren tachtig kwamen er zeker BN’ers bij hem langs, en nee, hij zegt niet wie dat waren: ‘Het moest allemaal nog stiekem. We behandelden ze op zondag, zodat het discreet zou zijn.’

Voetballers bleven hierna aan kop gaan in de strijd tegen inhammen en kale plekken, met als prominentste voorbeeld trainer Dick Advocaat, die in 1998 het gezicht werd van Laser Aesthetics. Het publiek zou hem zozeer met de haartransplantatie blijven associëren, dat na de felbekritiseerde wissel van Arjen Robben op het EK in 2004, honderden woedende voetbalfans ook Laser Aesthetics telefonisch bedreigden. De kliniek zou ‘te diep met de laser zijn hoofd zijn ingegaan’.

Twintig jaar later is vrijwel niet meer bij te benen welke voetballer zijn eigen haar nog heeft. Hun transplantaties zijn alleen nog nieuws in de kantlijn van de boulevardpers. Waar ooit werd gesproken van Ruud ‘Hairfusion’ Geels, heeft niemand het nu over Denny ‘Hair World Istanbul’ Landzaat, of Andy ‘Hairplus’ Van der Meijde. Het afgelopen decennium heeft een haaromslag plaatsgevonden. Toen journalist Jaap Huisman voor zijn boek Kaalheid is een Keuze in 2011 beroemdheden benaderde, gaf nog niemand thuis: ’Mijn coupe is mijn geheim, kreeg ik te horen’, zei Huisman tegen Trouw.

Nu verlaten BN’ers niet langer op zondag discreet de kliniek: ze praten overal over hun nieuwe haar. Vooral sinds de haartransplantatie van Wesley Sneijder in 2011 is het hek van de dam: Ruud Gullit, Ronald de Boer, Royston Drenthe, Demy de Zeeuw, Patrick Kluivert, en uiteindelijk ook Frank de Boer, ze kregen allemaal hun jeugdige haarlijn terug. Voetballers trokken gelijk op met artiesten, waar Gerard Joling wegbereider was. Rappers lijken vooral naar transplantatiemarktleider Turkije te trekken: na Lange Frans in 2017, volgden collega’s als Polska en Je Broer. Ook influencers als Furtjuh en de man van beauty-influencer Beautygloss, Gregor, versloegen op YouTube het proces. Allemaal vertellen ze enthousiast over hun nieuwe kapsel. Maar waar komt die nieuwe openheid vandaan, en wat betekent dat voor kale mannen?

Ooit, vóór de jaren tachtig, hadden kale mannen niet veel keuze: de comb-over, het scheermes of de toupet, te combineren met acceptatie. Bijna iedereen werd kaal, althans witte mannen en mannen van Arabische afkomst: rond hun 20ste jaar heeft 20 procent van hen te maken met androgenetische alopecia, tot 70 procent rond hun 70ste. Mannen van Aziatische en Afrikaanse komaf behouden vaker hun haar. Mannen (en soms ook vrouwen) met deze erfelijke vorm van kaalheid zijn gevoelig voor het hormoon dihydrotestosteron, dat ervoor zorgt dat haarfollikels krimpen en uiteindelijk stoppen met haar maken. Net zo wijdverbreid als de kaalheid zelf, is het verzet ertegen, vooral als het vroeg begint.

Voor communicatieadviseur Max Nab (28) speelt zijn kaalheid al jaren een grote rol: ‘Ik was erg gehecht aan mijn haar, maar andersom is dat helaas niet het geval.’ Rond zijn 22ste merkte Nab op dat er tussen zijn weelderige krullen inhammen verschenen. ‘Ik voetbalde en dan krijg je op het veld een keer een opmerking, ‘hé kale’ ofzo, en dan wordt het een thema. Dat maakte me wel onzeker.’

Op enig moment was Nab er elke dag mee bezig. ‘Ik durf best te zeggen dat het een weerslag heeft gehad op mijn functioneren’, zegt hij. ‘Sommige dagen keek ik constant in de spiegel.’ Zoals wel meer mannen, begon Nab met maskeren, tegen elke prijs: ‘Ik had eens afgesproken met mensen in de stad en toen was ik op de heenweg zeiknat geregend, dat lange dunne haar, dat ziet eruit alsof je een hond in bad doet. Toen ben ik maar teruggefietst, gewacht tot het niet meer regende, mijn haar opnieuw gedaan en weer naar de stad.’

Waarom het erg is om kaal te worden? Voor Nab – en eigenlijk alle mannen die we spraken voor dit artikel – was zijn haar deel van zijn identiteit. ‘Het was een ontzettende bos haar. Als dat verdwijnt, verdwijnt ook een stukje van jezelf.’ Dik, glanzend haar staat daarnaast voor jeugd en gezondheid, het verdwijnen ervan voor het intreden van de ouderdom. Veel mannen associeren haar met viriliteit en denken minder aantrekkelijk te zijn als ze kaal worden. Daar is geen bewijs voor. Wel wijst een veelgeciteerd onderzoek uit 2012 uit dat proefpersonen kale mannen als dominanter en sterker zien, maar alleen als de man volledig kaal is.

‘Er zijn mannen en vrouwen die het kunnen hebben’, zegt Nab, ‘maar ik heb zelf de overtuiging dat het mij niet staat, kaal.’ Sinds kort wil Nab juist graag praten over zijn kaalheid en de manier waarop het zijn leven bepaalde, en nog steeds beïnvloedt.

Dat past in een voorzichtige emancipatie van de kale man. Die vindt ergens plaats in de slipstream van bewegingen als body positivity, die vooral weerklank vinden bij vrouwen. Vetrollen, striae, cellulitis en pigmentvlekken: sinds een aantal jaar wordt wel meer wat van oudsher als slecht en lelijk wordt weggezet uit het verdomhoekje gehaald. In dezelfde geest spreken ook mannen wat vaker over het juk van hun kaalheid.

Een doorbraak voor kale mannen was het moment dat cabaretier en presentator Marc-Marie Huijbregts live in De Wereld Draait door zijn ‘cavia’ presenteerde in 2009: het toupet dat hij tot dan toe had gedragen, en dat geheim was geweest voor iedereen behalve zijn vriend. ‘Het is een soort cavia die zich vasthoudt op je hoofd’, zei Huijbregts. Hij was er klaar mee. ‘Ik dacht: dan ben ik er in één keer vanaf.’ De tijd van trotse kaalheid was overigens snel voorbij: in 2013 bracht Huijbregts in hetzelfde programma naar buiten dat hij een haartransplantatie had ondergaan. De Belgische zanger Helmut Lotti, die jarenlang bang was dat zou uitkomen dat hij een toupet droeg, maakte in 2020 bekend gebruik te maken van een dermasysteem – een gelijmd haarstuk.

Ook Volkskrant-columnist en programmamaker Teun van de Keuken (49) sprak het afgelopen jaar publiekelijk over zijn kaalheid, in zijn podcast Teun en Gijs vertellen alles, met journalist Gijs Groenteman. Tien jaar geleden signaleerde hij op tv voor het eerst wat hij toen nog ‘de dunne plek’ noemde. ‘Het had geregend en dan valt het haar ongunstig over het hoofd’, zegt Van de Keuken per telefoon. ‘Eerst ga je het er een beetje overheen kammen, toen kwam ik bij de kapper en daar stortte mijn wereld echt in, die zei: Teun, je kunt ook een haartransplantatie nemen.’ Het schrikbeeld, voor Van de Keuken: het tonsuurtje, ook wel de kapelaansband, waarbij alleen een krans van haar overblijft.

De dunne plek werd een kale plek, afijn, er moest iets gebeuren, vond Van de Keuken. Eerst maar aan de slag met ‘haarverdichter’: ‘Een soort schoensmeer, het ziet eruit als gewoon haar en op camera is er niets van te zien. Silvio Berlusconi heeft zijn hele schedel ermee ondergespoten. Maar goed, omdat ik er niet zelf bij kon, moest ik mijn vrouw vragen of ze dat wilde opspuiten. Een sekskiller bij uitstek natuurlijk.’

Intussen begon Van de Keuken enorm op het haar van andere mannen te letten: ‘Die heeft goed haar, die niet, weet je wel. Ik haalde inspiratie uit schrijver en presentator Özcan Akyol. Wat goed dat hij vrede heeft met die kale plek, dacht ik, wat een kinderachtig gedoe van mij eigenlijk. Ik zit nu in de fase waarin ik het probeer te omarmen.’

Maar accepteren hoeft niet meer, als we het Instagram en Youtube vragen. Tik ‘baldness’ in en duizenden indrukwekkende voor-en-na-foto’s komen tevoorschijn. Veel influencers en beroemdheden met grote volgersschare posten over hun haartransplantatie, opdat het grote publiek mag volgen. Zo deelde in februari radio-dj Gijs Staverman op Instagram een foto van zijn gesponsorde transplantatie: moedig, vonden zijn volgers. ‘Welke BN’ers gingen u voor?’, staat op de website van kliniek Hair Science. De celebs krijgen korting, krijgen de transplantatie gratis, of krijgen geld toe – afhankelijk van hun bereik, en de promotiedeal zelf.

Sommige BN’ers benaderen zelf een kliniek, maar behandelaars werven ook actief mensen met veel volgers. Zo tweette programmamaker Roel Maalderink (30) onlangs over een haartransplanteur die hem vroeg of hij niet eens kosteloos iets wilde doen aan zijn inhammen, in ruil voor promo: ‘Helaas zag ik dat het niet zo best meer gaat met je haartjes’. Brutaal, om mensen ongevraagd te benaderen over hun ‘gebrekkige’ uiterlijk, vond Maalderink, die (tot dan toe) geen moeite had met zijn haartjes. In een YouTubefilmpje van zijn haarsponsor Global Hair vertelde rapper Je Broer dat hij door meerdere bedrijven was benaderd: ‘Dus ik dacht, oké, word ik dan kaal ofzo?’

Een BN’er nieuw haar geven genereert veel extra publiciteit: het nieuws dat gedeeld wordt op Insta, wordt vaak door websites overgenomen, of er wordt naar gevraagd in dit magazine. Influencercultuur heeft hierdoor enorm bijgedragen aan de inburgering van de transplantatie.

De industrie voor haarbehoud en -herstel is dan ook gigantisch gegroeid. Begin maart maakte de Haarstichting bekend dat haartransplantaties in de coronacrisis nóg populairder waren geworden: zij schatten dat er in 2020 zo’n 7.500 behandelingen waren gedaan, tegenover 5.000 twee jaar ervoor. Momenteel zijn er zo’n veertig haartransplantatieklinieken in Nederland. Bill Gates mopperde in 2013 al dat er meer wordt uitgegeven aan het tegengaan van haaruitval (2 miljard dollar dat jaar) dan aan het genezen van malaria (1,8 miljard).

Waar ooit het toupet discreet het dunnende haar moest camoufleren, vaak met grote angst voor wind en weer, lijkt bij de transplantatie juist openheid de norm. In een tijd waarin beroemdheden zichzelf hoe dan ook voortdurend fotograferen en live uitzenden, is er toch al weinig kans dat voor de volgers onopgemerkt zou blijven dat je plotseling een kop vol haar hebt – en twee weken offline bent voor het herstelproces. Met één postje met een eervolle vermelding voor de kliniek ben je in één klap van het probleem en alle vragen af.

Haardokters hebben inmiddels dan ook heel wat meer in huis dan in de jaren tachtig. Toen in 1980 de eerste haarkliniek in Nederland verscheen, werden nog vrij grote stukjes huid met zo’n tien tot vijftien haarzakjes erin geoogst, zogenaamde grafts. Die werden met een soort appelboortje verwijderd uit de krans rondom, waar het haar altijd blijft groeien. Daarmee werden zichtbare plukjes bovenop geplant, zoals bij een Ken-pop. Bij deze zogeheten FUT-transplantatie vormde de band waaruit het haar werd weggehaald een litteken – wat het verplaatste haar hopelijk kon camoufleren.

De techniek werd steeds verfijnder: inmiddels worden met de FUE-methode veel kleinere grafts verplaatst, groepjes van één tot vier haartjes. Daarnaast kunnen met een (prijzige) haarstamceltransplantatie grafts worden verplaatst waarbij een deel van het oorspronkelijke haarzakje achterblijft, waardoor op twee plaatsen haar kan groeien. De haartransplantatie is en blijft een chirurgische ingreep met bijkomende (kleine) risico’s op onder andere infecties en zenuwbeschadiging.

Voor webredacteur Tim Geval (33) is zijn transplantatie geen big deal, hij praat er met iedereen over. Hij kreeg al vroeg in zijn twintiger jaren grote inhammen. ‘Ik dacht, als ik op mijn 60ste kaal word, oké, maar ik ben nog geen 30. Ik ben toen bij de huisarts geweest voor finasteride (een middel dat haarverlies tegengaat, red.), maar daar zaten best wat bijwerkingen aan, zoals erectiestoornissen. Dat moet je dan de rest van je leven slikken. Ik zag dat niet zitten.’

Eén probleem: ‘Een haartransplantatie is gruwelijk duur.’ Het duurde dus nog een jaar of twee voor Tim en zijn eveneens kalende broer zich bij de kliniek meldden, maar er was haast: ‘Ik dacht, het heeft niet zo veel zin als ik over tien jaar iets doe, ik wil nú haar hebben. Mijn broertje en ik hebben elkaar ook een beetje opgejut.’ Kandidaten denken vaak dat ze snel moeten zijn, omdat dan hun donorgebied nog voldoende behaard is. Maar oud-kliniekbaas Hans J. Diks waarschuwt dat je beter niet voor je 25ste kunt transplanteren: de arts moet de grenzen van de ‘permanente zone’ kunnen bepalen, de eeuwige haarvelden, wat op jonge leeftijd lastig kan zijn.

Het werd sparen, voor Gevals situatie zo’n 3.700 euro voor 2.500 grafts. ‘Alleen de verdoving was vervelend’, zegt hij. ‘En de eerste nacht mag je er niet op liggen, dus je ligt heel gek tussen allemaal handdoeken zodat je niet kunt draaien.’ Na de behandeling mocht Geval twee weken niet veel intensiefs doen. Het nieuwe haar valt eerst uit en groeit dan weer terug: na zo’n anderhalf jaar zie je pas het volledige resultaat.

Uit de reacties op zijn nieuwe haar maakt Geval op dat mensen de transplantatie als wondermiddel zien. Maar bij hem loste het niet alles op: ‘Het was niet het eind van de kaalheid, dat gaat door’, zegt hij. ‘Bij mij was duidelijk gezegd dat je bij één transplantatie 30 procent terug hebt, bij de tweede 60 procent en de derde 90 procent.’ Maar dat is altijd verhuisd haar: je krijgt nooit méér dan er was. Het ‘oude haar’ kan nog altijd verder uitvallen. Geval heeft aan zijn eerste transplantatie wel een nieuwe haargrens overgehouden, waar hij nog altijd blij mee is. ‘Ik ben het wel weer korter gaan dragen. Ik kon ook voor nóg een transplantatie gaan, maar het risico is dat je bezig blijft. Ik had het er niet voor over.’

Door het kaalwordingsproces kun je na de transplantatie met ongelijke plekken komen te zitten. Veel mannen blijven dus medicijnen gebruiken die verdere kaalslag moeten tegengaan, zoals minoxidil en finasteride. Minoxidil (per flesje: 20 euro) werkt niet bij iedereen en moet blijvend voor eigen rekening worden gebruikt. Datzelfde geldt voor finasteride (merknaam: Propecia, kost ongeveer 500 euro per jaar), een pil die de omzetting van testosteron naar dihydrotestosteron blokkeert. De bijwerkingen daarvan krijgt niet iedereen, maar zijn niet mals: naast erectiestoornissen ook libidoproblemen.

‘Stoppeldokter’ Ralph Moelker (43) ziet veel kale mannen in zijn tattooshop voor een MHP-tatoeage, ‘microhaarpigmentatie’. ‘Het is de laatste zes, zeven jaar echt booming’, zegt Moelker, die MHP voor het eerst zag in Amerika en Engeland en het vak onder de vlag van zijn vader, de bekende Rotterdamse tatoeëerder Tattoo Bob, verder ontwikkelde. Het is iets anders dan gewone tatoeage, zegt Moelker: hij zet met speciale inkt en naalden streepjes en puntjes, wat een geschoren, militaire look oplevert. ‘Ik doe het in vier sessies. Niemand die het opmerkt, bij die mannen, omdat het geleidelijk gaat.’

Moelker zegt veel mannen te behandelen die eerst een haartransplantatie hebben gehad. ‘Ik wil niets afdoen aan wat ze kunnen, maar je moet niet denken dat het in één keer een volle bos wordt. Ik krijg vaak mannen die naar Turkije zijn gegaan en dachten dat ze met een volle bos zouden terugkomen.’ Met MHP kan het haar ook optisch worden verdikt. ‘Ik adviseer dan het korter te dragen’, zegt Moelker, ‘dan komt de lengte dichter bij elkaar en is het een geheel.’ De MHP-behandeling kost, afhankelijk van de mate van kaalheid, tussen de 1.000 en 3.500 euro.

Overigens heeft ook MHP bij Clinic4Hair al een eigen beroemde ambassadeur: darter Raymond van Barneveld. Begin jaren nul onderging hij als boegbeeld van Laser Aesthetic al twee gratis haartransplantaties, maar hij was daarna weer kaler geworden. In de biografie Game Over van Jasper Boks zegt Van Barneveld later: ‘Een leven lang haar’, werd gezegd. Niet dus. Het haar dat was getransplanteerd, bleef zitten. Maar ik had de pech dat de rest bleef uitvallen.’

Ook presentator Peter van der Vorst verzuchtte na zijn transplantatie al eens in RTL Boulevard: ’Na een aantal jaar moet je het dus wéér doen.’ Daar horen we beroemdheden niet vaak over: de schaduwzijden van de strijd tegen kaalheid. Vaak blijft het bij één postje of filmpje, in vrijwel geen van die filmpjes worden woorden vuilgemaakt aan de beperkingen of nasleep. De behandeling wordt liefst besproken met een zekere nonchalance. Tim Hofman sprak in Volkskrant Magazine over de transplantatie die hij aangeboden kreeg nadat hij een grapje maakte over zijn inhammen: ‘Ik mocht langskomen op een zaterdag, het was zo gedaan. Whatever, ja. Waarom niet?’

Ook Arie Boomsma vond het niet zo’n grote ingreep als bijvoorbeeld botox, vertelde hij in dit magazine. Hoewel ze weinig over onzekerheid of andere kwetsbare thema’s praten, moet de openheid van beroemdheden voor kale mannen een opluchting zijn, na de schaamte, giecheligheid en stilte van het tijdperk-Geels. Toch is er wel een kleine maar bij te plaatsen. De meeste beroemdheden praten pas over hun kaalheid nadat ze een behandeling hebben ondergaan. Vrijwel geen beroemdheid die over kaalheid spreekt, blijft kaal.

Max Nab zegt nooit nooit, maar kiest er nu voor om zijn kaalheid niet te behandelen. ‘Ik wil mezelf kunnen accepteren zoals ik ben, ik denk niet dat je iets oplost met een haartransplantatie. De vraag is of je na een haartransplantatie klaar bent, of ergens anders onzekerheid over ontwikkelt. Als ik er een plekje aan kan geven waarvoor geen ingreep nodig is, is me dat meer waard dan een volle bos haar.’

Nab heeft ook principiële bezwaren: ‘Met een haartransplantatie normaliseer je het idee dat alleen mensen met een mooie haarlijn, of mooie witte tanden en een strak gezicht er mogen zijn, en ik vraag me af of dat een goede ontwikkeling is.’ Wat hem helpt: erover praten met vrienden, zelf de eerste zijn om er een grapje over te maken. Wél praten over kaal zijn, en kaal blijven.

Ook Van de Keuken vreest de totale inburgering van de transplantatie: ‘Mannen gaan in die ellendige maalstroom komen waar vrouwen al lang in zitten. We emanciperen de verkeerde kant op. Je ziet het ook gebeuren in sportscholen, dat mannen het lichaam van Ronaldo willen hebben. Het haar is de first frontier, denk ik.’

Van de Keuken streeft ook naar acceptatie. ‘Een klap’ noemt hij het, dat ook Özcan Akyol uiteindelijk voor een transplantatie koos. ‘Daar ben ik verbolgen over, ja. Ik vind het eigenlijk een vorm van zwakte waar ik niet aan moet toegeven. Het past niet bij hoe ik ben opgevoed. Kijk wat wij meekregen toen wij jong waren: onze ouders zagen er allemaal niet uit.’

Laten we nog eens naar het tijdperk Geels kijken, maar dan uitzoomen naar het team. Neem het eerste van PSV, 1981. Een elftal van twintigers met niet alleen hier en daar diepe inhammen en dunne dakjes vlashaar, maar ook door de zon gegroefde voorhoofden en nicotinetandjes. Iederéén leek ouder, nonchalanter, onbekommerd. Kijk dan naar de jaren negentig, nul en tien, en je ziet dat de norm over de hele linie opschuift. Gelijk met de haargrens.

Presentator Jeroen Gortworst (28) onderging een haartransplantatie
Jeroen. Met dank aan: N/J Space Amsterdam.
Haar/visagie: Mathieu Bronkhorst/House of Orange Beeld Jeroen Hofman
Jeroen. Met dank aan: N/J Space Amsterdam. Haar/visagie: Mathieu Bronkhorst/House of OrangeBeeld Jeroen Hofman
‘Toen ik 22 was kreeg ik inhammen, steeds grotere. Bij een haartransplantatie had ik echt nog een Gerard Joling-associatie. Toen ik ging presenteren was ik er steeds meer mee bezig. Ik zorgde altijd dat ik met de linkerinham naar de camera zat, die was beter dan de rechter. Langzaam veranderde er ook iets, mensen gingen er wat opener over praten. Arie Boomsma en Tim Hofman spraken bijvoorbeeld over hun haartransplantaties. Daar kon ik me in herkennen, hun verhalen hebben mij grotendeels over de streep getrokken. Omdat anderen die er open over waren mij hielpen, vind ik het goed om er zelf ook open over te zijn.

Het enige dat ik een beetje gek vond: toen ik al verdoofd was zei de arts dat ze nog meer grafts konden verplaatsen dan gepland. Hij zei: ‘Dan krijg je pas een Tim Hofman-effect’ – dat had ik als voorbeeld laten zien. Ik dacht: ik lig er nu toch, laat ik het dan maar goed doen. Het werden er 3.000. Het voelde een beetje alsof ik onder druk werd gezet, maar het resultaat is fantastisch. Eerst zit je met die korstjes op je hoofd, en wondvocht dat zakt. Na drie weken valt het haar eerst uit, dat gaat geleidelijk groeien. Na een half jaar dacht ik: ja, dit is het. Ik heb een haarlijn waar ik niet van had durven dromen.’

Haarblogger Hans J. Diks (vermeldt zijn leeftijd liever niet, hij is nog single) van Stichting Haarproblemen.nl, onderging twee haartransplantaties
Hans.
Met dank aan: N/J Space Amsterdam
Haar/visagie: Mathieu Bronkhorst/House of Orange Beeld Jeroen Hofman
Hans. Met dank aan: N/J Space Amsterdam Haar/visagie: Mathieu Bronkhorst/House of OrangeBeeld Jeroen Hofman
‘Nadat ik mijn haartransplantatiekliniek heb overgedaan aan mijn dochter, ben ik al mijn tijd gaan besteden aan het verstrekken van eerlijke informatie over haar. Elke dag om negen uur zit ik achter mijn bureau, haal ik uit de hele wereld informatie en daar schrijf ik dan over op haarproblemen.nl. Ik schrijf nu ook een serie boekjes over haargroeimiddelen, waarvan ik altijd maar zeg: die bestaan niet. Er wordt zoveel gesjoemeld. Ik ben echt heel verbeten over al die haargroeimiddelen waarvan de werking nooit bewezen is.

Ik heb zelf ook twee transplantaties gehad, in 1990 en in 1995. Het is perfect, als je maar het juiste verwachtingspatroon hebt. Je krijgt nooit méér haar, het wordt netter en eerlijker verdeeld. Meer niet. Wat me opvalt bij die BN’ers, is dat het overal wordt voorgesteld als een kleine behandeling. Dat is het niet: het is gewoon chirurgie. Maar ik ben er nog altijd blij mee, anders was ik nu 88 geweest.’

Tatoeëerder Michael Moelker (50), onderging een MHP-behandeling
Mathieu.
Met dank aan: locatie : N/J Space Amsterdam
Haar/visagie: Mathieu Bronkhorst/House of Orange Beeld Jeroen Hofman
Mathieu. Met dank aan: locatie : N/J Space Amsterdam Haar/visagie: Mathieu Bronkhorst/House of OrangeBeeld Jeroen Hofman
‘Na mijn studie ben ik mijn vader Bob gaan helpen in de zaak. Ik zette mijn eerste tattoo toen ik 20 was, een panterkop. Ook mijn broer Ralph is in de familiezaak gerold. Hij begon een jaar of zeven geleden met mhp (haartatoeage, red.). Sinds een jaar of twaalf heb ik inhammen, een kaal stukje op de kruin. Op een gegeven moment heb ik het scheermes gepakt, prima. Ik zat niet erg met mijn kaalheid. Maar af en toe dacht ik wel: ik zie er ouder uit. Toen ik zag wat Ralph bij andere mannen deed, dacht ik: waarom niet? De vrouw maakt zich op, een man kan dat ook. Eerst een proefstukje gezet, om te kijken of ik verschil zag, maar ja: in de kroeg viel het niemand op. Binnen een paar weken was ik helemaal gestoppeld. Ik vind dat ik er jonger uitzie, ja. Mijn vrouw zegt dat ook.

Nu ben ik zelf ook begonnen met hoofden tatoeëren, omdat de vraag enorm is. We zien wat het met mannen doet. Met name jongere mannen komen hier echt verdrietig binnen. We krijgen regelmatig flesjes wijn achteraf, dan merk je wel hoe hoog de emotie zit.’

Acteur Huub Smit (42) onderging een haartransplantatie en haarstamceltransplantatie
Huub.
Met dank aan: N/J Space Amsterdam
Haar/visagie: Mathieu Bronkhorst/House of Orange Beeld Jeroen Hofman
Huub. Met dank aan: N/J Space AmsterdamHaar/visagie: Mathieu Bronkhorst/House of OrangeBeeld Jeroen Hofman
‘Al halverwege de twintig werd ik snel kaler en dat begon ik te merken bij mijn filmklussen. Dan kwam ik bij de kostuumdames vandaan en zei de regisseur: ‘Ziet er goed uit, hebben we iets voor zijn hoofd?’ Het voelde alsof ik verstopt werd. Achteraf kan ik wel zeggen dat ik er ontzettend onzeker over was. Zo’n twee jaar geleden kwam ik verschillende acteurs tegen die een haartransplantatie hadden gaan. En ik kwam Lange Frans tegen op de set, hij had voor zijn transplantatie ook betaald gekregen, en zei: je moet Yilmaz even bellen.

Nee heb ik, ja kan ik krijgen, dus ik heb een afspraak gemaakt bij Amsterdam Hair Institute. Het gaat er vooral om of je genoeg donorgebied hebt aan de zijkant en de achterkant. De eigenaar was gelukkig superenthousiast. Ik vroeg ook of het gratis kon, maar ze zeiden: dat hebben wij niet nodig. Ik kon wel flinke korting krijgen. Als ik alles had betaald, had het zo’n 15 duizend euro gekost, ik heb ongeveer 4 duizend betaald. Ik heb ook nog een stamceltransplantatie gedaan, ik ging all in.

Ze mogen je verhaal en foto gebruiken op de website en een YouTubefilmpje maken, ik zou een paar keer iets op social media doen. Maar ja, ik doe veel méér. Ze hebben zo mijn verwachtingen overtroffen, dat ik het de hele tijd over mijn haartransplantatie heb. Er zit zo’n bos haar op, het is niet normaal. Het is een van de beste beslissingen van mijn leven. Iedereen mag het weten. Ik gun iedereen dat ze dit durven te doen.’

Student medicijnen Maxim Annink (23) pakte zijn alopecia aan
Maxim.
Met dank aan: N/J Space Amsterdam
Haar/visagie: Mathieu Bronkhorst/House of Orange Beeld Jeroen Hofman
Maxim. Met dank aan: N/J Space AmsterdamHaar/visagie: Mathieu Bronkhorst/House of OrangeBeeld Jeroen Hofman
‘In november 2019 zag ik een klein plekje in de spiegel en dacht meteen: o jee, alopecia. En inderdaad, het werd nog vele malen groter, op enig moment was 30, 40 procent van mijn haar weg. Ik ging het verbergen, het haar overheen kammen, plakken, vaak naar de wc lopen om te kijken of het wel goed zat. Ik was als de dood dat het ging waaien, dan draaide ik zodat de wind van de goede kant kwam. Ik voelde me niet meer mooi.

In december ging ik naar Amerika om te studeren, gelukkig kende ik daar weinig mensen. Toen ik ging daten met een leuke jongen dacht ik wel: zou ik tegenvallen in het echt? Er kwam een extra drempel bij om van Tinder naar het echte leven te gaan. Mijn kaalheid was een bron van stress, maar ze zeggen ook dat stress de oorzaak is. Ik was bang voor een vicieuze cirkel. Ik ben gaan smeren met bijnierschorshormooncrème en probeerde stress te beperken. Waarom weet ik niet, maar het is heel langzaam overgegaan. Ik hield er al rekening mee dat ik een toupet zou gaan dragen, want transplantatie is bij alopecia geen optie. Ik ben heel opgelucht. Nu vind ik het belangrijk om er ook open over te zijn, bijvoorbeeld op Twitter, zodat iemand die dit ook heeft het misschien leest: het kan echt beter worden.’

Bron: De Volkskrant